wheelie

Wheelie leren fietsen - de moeilijke manier

Lees in het Engels = Read in English.

Waarschuwing en voorwaarden: lees eerst de kleine lettertjes!

Inhoudsopgave

Geduld is het beste gebed.

Wat is een wheelie?

Bij een wheelie rij je op alleen één wiel. Bij de "gewone wheelie" is dat je achterwiel. Je zit op het zadel en blijft trappen. Het is echt een balanceeract.

Er zijn varianten. Bij de "coaster wheelie" zit je ook op het zadel, maar in plaats van te trappen rol je alleen uit (bergaf). Bij de "manual" rol je ook uit, maar zit je niet: je staat op de pedalen (hoewel: "staan"? Je hangt meer, achter het zadel.) Een trappende wheelie kun je trouwens ook staande doen (dat heet een "catwalk"), maar dat is moeilijker dan de gewone, zittende wheelie. Om compleet te zijn noem ik ook nog "nose wheelies", waarbij je op het voorwiel rolt, en verschillende soorten "reverse wheelies" (die ik niet nader zal omschrijven).

De "gewone wheelie" is voor de meeste mensen het gemakkelijkste te leren. Deze tekst gaat over die gewone wheelie. Het is tamelijk moeilijk. Veel mensen krijgen het nooit onder de knie. Mij persoonlijk is het ook niet echt aan komen waaien, maar na vrij lang blijven proberen is het me uiteindelijk toch redelijk gelukt (en ik ben nog steeds niet uitgeleerd). Die ervaring is de bron voor deze tekst.

Oefenen

Blijven oefenen!

Een wheelie leren fietsen, hoe doe je dat? Het belangrijkste is: Je moet oefenen! En blijven oefenen. Het is niet iets dat de meeste mensen op een achternamiddag even leren. Het is normaal dat het weken, maanden of (zoals in mijn geval) jaren duurt voordat je het een beetje goed kunt. Gewoon beginnen met proberen en blijven proberen dus. Niet opgeven. Koppig zijn en doorgaan. Dat is de belangrijkste les.

Veel mensen die met de wheelie beginnen geven na een tijdje op. Ze denken dat blijven proberen geen zin heeft. Vaak denken ze dat ze te oud zijn. Of dat ze niet genoeg talent hebben. Dat ze een "wheelie-gen" missen of dat hun fiets niet geschikt is. Maar ik denk eerder dat ze gewoon te snel opgeven.

Iedereen die normaal gezond is kan de wheelie leren denk ik. De een wat sneller dan de ander, jonge mensen gemiddeld wat sneller. Zelf ben ik pas begonnen toen ik midden in de 40 was. Ik ben niet bovengemiddeld getalenteerd. Bovendien werkt mijn evenwichtsorgaan links niet. Toch heb ik de wheelie kunnen leren. Gewoon doorzetten.

Oefenen is steeds weer proberen wat je (nog) niet kan net zolang tot het je uiteindelijk een keer lukt. En dan steeds opnieuw proberen zodat het steeds vaker lukt. En dan blijven herhalen om er steeds beter in te worden. Zonder oefenen kom je nergens. Iedereen die een muziekinstrument heeft leren spelen weet dit ook. Een fiets is wat dat betreft niet wezenlijk anders dan bijvoorbeeld een viool of gitaar.

Het kan zijn dat je het er niet voor over hebt om veel te oefenen. Het kan zijn dat je er tegenop ziet om achterover te kiepen en je pijn te doen. Het kan ook zijn dat je geen zin hebt om het mikpunt van spot te worden terwijl je dit overkomt. Geen probleem. Je hoeft helemaal geen wheelie te leren. Het is nergens voor nodig. Het is "alleen maar" heel erg leuk. Vind je het alle moeite niet waard, begin er dan gewoon niet aan. Of misschien is de alternatieve manier om de wheelie skill te verwerven iets voor jou?

Gemotiveerd blijven

Het is mijn overtuiging dat de wheelie leren voor 90% een kwestie van er simpelweg steeds mee doorgaan is. Vandaar dat gemotiveerd blijven het allerbelangrijkste thema is.

Intrinsieke motivatie

Omdat de wheelie leren dus waarschijnlijk een kwestie van lange adem wordt, moet je zorgen dat je het oefenen langere tijd volhoudt. Een voorwaarde is dat je het echt leuk vindt om te doen. Wheelies vragen natuurlijk om publiek, maar als je er niet óók van kunt genieten als er niemand kijkt, dan is het maar de vraag of je gedurende lange tijd voldoende gemotiveerd kunt blijven. Dus probeer niet gefrustreerd te raken als het niet lukt, en vergeet vooral niet er lol in te hebben, ook als je nog niet verder dan een paar meter komt.

Persoonlijk ben ik dol op allerlei soorten evenwichtskunsten op de fiets. Met twee losse handen fietsen vind ik al heel leuk. Een trackstand ervaar ik vaak als pure meditatie. Het komt door de combinatie van concentratie en ontspanning denk ik. En dat je lichaamsdelen autonoom lijken te reageren, zonder dat je hersens er eerst aan te pas hoeven te komen. (Zo voelt het tenmiste. Het is waarschijnlijk niet echt zoals het gaat.)

Combineren

Waarschijnlijk komen er periodes dat je niet of nauwelijks vooruitgaat en dan wordt het vanzelf moeilijker om toch door te gaan met oefenen. Een goeie remedie daartegen is het oefenen in te voegen in je gewone ritjes. Dus als je op je vaste mountainbikerondje over een geschikt stukje asfalt komt, dan kun je met jezelf afspreken dat je daar elke keer even een wheelie probeert te trekken. Omdat het gevaarlijk en af te raden is om een wheelie met klikpedalen te proberen, kun je dit alleen doen als je vaak met platformpedalen rijdt. Daarom, als je het op zou kunnen brengen afscheid te nemen van je klikpedalen, dan vergroot je de kans dat het wat wordt met jou en de wheelie sterk. Ook wordt het veel laagdrempeliger om te oefenen met een (traploze) telescoopzadelpen (zie verderop).

Ook een goed idee is om de wheelie samen met andere technieken te leren. Zit je met de ene vast, dan ga je met de andere (hopelijk) wel vooruit, en blijf je zo vertrouwen houden in je eigen mogelijkheden. Denk bijvoorbeeld aan bunny- of andere hops, (nose)turns en manuals. Op een licht oplopend weggetje kan je de ene kant op de gewone wheelie oefenen en de andere kant op manuals. Het keren doe je dan beurtelings op het voorwiel en achterwiel, of bouncend op twee wielen, rechtsom en linksom. Zelfs als het met je wheelie niks wordt, dan is je tijd zo toch niet helemaal verloren.

Denkramen

Trek je eigen plan

Verwacht niet te veel morele steun van andere mountainbikers. Probleem is dat de meeste mountainbikers zelf geen wheelie kunnen rijden en ook denken dat ze het niet zouden kunnen leren. Het is dan op zich begrijpelijk dat ze denken dat dit ook voor jou geldt. Steeds weer moet je aanhoren dat je het beter had kunnen leren toen je jonger was (alsof je een tijdmachine hebt). Of ze komen met een verhaal over iemand die het veel beter kan dan jij (waarbij ze zich nooit lijken af te vragen hoe diegene het geleerd heeft en hoeveel tijd en moeite dat mogelijk gekost heeft). Mensen bedoelen het heus niet kwaad, maar zeggen gewoon spontaan wat in ze opkomt. Of ze proberen je oprecht te helpen, omdat ze denken dat je je tijd verspilt. Maar op den duur kan dat natuurlijk tamelijk demotiverend worden. Laat het dan gewoon van je afglijden en trek je eigen plan.

Schaam je nergens voor

Als je uiteindelijk een vrij aardige wheelie ten beste kunt geven, dan vinden toeschouwers dat vaak best cool. (Er zijn trouwens ook wel mensen die zich er aan ergeren, vermoedelijk omdat ze vinden dat iedereen zich zoveel mogelijk gewoon en onopvallend moet gedragen. Maar dit terzijde.) Maar zolang je er nog niet zo veel van terecht brengt, dan vinden ze je eerder zielig dan moedig. Let op, dit geldt alleen voor volwassenen. Kinderen/jongeren worden totaal anders beoordeeld.

Als een kind iets probeert waarin het nog niet zo goed is, dan vinden mensen dat innemend. Ze zullen meteen beginnen met complimenteren en aanmoedigen. En zo hoort het ook. Maar doet een volwassene precies hetzelfde, dan wordt het een heel ander verhaal. Beetje raar eigenlijk, als je er over nadenkt. Mogen volwassenen niks nieuws leren? Moeten ze zich beperken tot die dingen waar ze al goed in zijn? Nee toch!

We leven in een dichtbevolkt land. Als je gaat oefenen zullen mensen je zien. En dat kan soms ongemakkelijk voelen. Maar dan moet je je over je schroom heen zetten. Is het echt belangrijk voor je wat die mensen van je denken? Zijn er concrete nadelige gevolgen voor je als ze je negatief beoordelen? Trekken zij zich eigenlijk iets aan van wat jij van hun leven vindt? Hoogstwaarschijnlijk niet. Schaam je dus nergens voor en doe gewoon je ding.

Geloof in jezelf

Als je denkt dat je iets niet kan, dan heb je meestal gelijk... De magische veer van Dombo het vliegende olifantje is zeker ook op de wheelie van toepassing. Denk daarom dat je het wél kan. Zo niet vandaag, dan toch over een tijdje, als je maar doorgaat met oefenen.

Niets is zo bedreigend voor je succes met de wheelie als de knagende twijfel of je het wel in je hebt. Niemand wil immers vechten voor een verloren zaak. Vooral mensen die zichzelf niet jong meer vinden hebben hier last van. Maar het zijn niet zozeer de jaren die tellen, als wel de twijfels die erdoor gevoed worden.

Als er al een maximumleeftijd is om de wheelie te kunnen leren, dan ligt die veel hoger dan veel mensen denken. Probeer het gewoon. En als het moeilijk gaat, bedenk dan dat dit voor de meeste jonge mensen ook geldt.

Focus op je eigen progressie

Bij alles wat je doet in het leven zijn er bijna altijd wel mensen te vinden die veel meer talent hebben dan jij. Is dat een reden om ergens dan maar helemaal niet aan te beginnen? Dan zouden er niet veel sporters overblijven. En ook geen muzikanten trouwens. In feite zou bijna iedereen overal het bijltje erbij moeten neergooien. Er zou heel veel plezier verloren gaan. Jezelf vergelijken met anderen kan heel demotiverend zijn, vooral als ze op een nivo zitten dat jij zelf nooit zult halen, hoe goed je ook je best doet. Vergelijk jezelf daarom liever met... jezelf. Focus op je eigen progressie. Wees blij met elk klein stapje vooruit dat je kunt zetten. Met de wheelie, vier elke pedaalslag die je verder komt als een overwinning. Door zo te denken blijf je gemotiveerd. Het zou zo maar kunnen dat je op die manier veel verder komt dan je nu voor mogelijk houdt. Ook veel topsporters denken zo trouwens.

Mik hoog

Vaak is het gemakkelijker jezelf te motiveren voor een zeer ambitieuze doelstelling, dan voor iets dat "meer realistisch" is. De oorzaak is dat gemakkelijk haalbare doelstellingen vaak gewoon te weinig inspirerend zijn om veel moeite voor te gaan doen. Bij moeilijk haalbare doelstellingen daarentegen (zoals een wheelie leren rijden voor veel mensen) is het vooruitzicht veel aantrekkelijker, en ben je daarom eerder bereid tot het uiterste te gaan om je doel te bereiken. Om die reden kan het zijn dat een "onrealistische" doelstelling vaak nog eerder gehaald wordt dan een "realistische". Wijs mooie dromen dus niet af, maar omarm ze.

Trotseer wanhoop

Als je een moeilijk haalbare doelstelling nastreeft, dan is het bijna onvermijdelijk dat je ook tijden van wanhoop mee moet maken. Bedenk dat je kansen op een goede afloop minstens zoveel bepaald worden door je houding tijdens zulke moeilijke periodes als die waarin je vol goede moed bent. Geef niet meteen op bij tegenslag, maar zet gewoon stug door. Als het je lukt om door te zetten ook op momenten dat je twijfelt aan de goede afloop, dan blijken dat achteraf vaak juist de momenten dat een doorbraak nabij was. Een beetje wanhoop op zijn tijd kan namelijk heel verfrissend zijn. In een crisis ga je vaak dingen anders zien, en onstaat ruimte voor nieuwe ideeën.

Veiligheid

Bij de wheelie zit het grootste gevaar in het achterover vallen. Safety first! Bovendien kun je door de risico's te beperken meer ontspannen oefenen en zul je daarom sneller succes hebben.

Kleine lettertjes

Maar laten we er geen doekjes om winden. Echt veilig wordt wheeliën natuurlijk nooit. Tenminste niet zo veilig als normaal op twee wielen fietsen, of binnen op een stoel een boek gaan zitten lezen, ik noem maar wat. Als je het toch wilt proberen, dan loop je risico op materiële schade en/of lichamelijk letsel. Je moet zelf beoordelen of je dat risico wilt lopen en de gevolgen van je keuze dragen. Ik kan dat niet voor je doen. Ik ben trouwens ook helemaal niet deskundig en sta niet in voor de juistheid van wat ik schrijf. Je zou dus wel gek zijn om klakkeloos mijn adviezen op te volgen. Van elke vorm van aansprakelijkheid teken ik mezelf hoe dan ook volledig vrij, voorzover wettelijk mogelijk. Maar alleen een jurist zou op het zotte idee kunnen komen mij ergens aansprakelijk voor te stellen. Zoiets zou natuurlijk te gek voor woorden zijn.

Bescherming

Draag altijd je helm. Probeer geen wheelie te rijden met klikpedalen. Met platformpedalen kun je gemakkelijk van de fiets glijden en voorkomen dat je pijnlijk ten val komt. Een rugzak met waterzak beschermt je rug. Ook elleboogbeschermers helpen als je achterovervalt. Niemand heeft zin om altijd met elleboogbeschermers te rijden (ik ook niet), maar in het begin, of bijvoorbeeld de eerste tijd na een val als je angstig bent geworden, is dit toch wel een optie (was het voor mij wel). Oefen in het begin op gras.

Tip: je kunt ook een stuk schuimrubber in je rugzak stoppen. Je vindt dit bijvoorbeeld in een oude matras.

foam

Voorkomen dat je valt

Als je op je rug dreigt te vallen dan kun je twee dingen doen: remmen ("de noodrem") of langs de achterkant van de fiets glijden ("de nooduitgang"). Het is een goed idee om met beide goed vertrouwd te raken voordat je met de wheelie het randje op gaat zoeken. Dit oefen je het beste op gras.

Noodrem

Als je achterover dreigt te vallen dan kun je met je achterrem de fiets toch weer naar voren laten kantelen, zelfs als je al een heel eind op weg naar de grond achter je was. Hou je wijsvinger altijd aan de achterrem. Zorg dat remmen een reflex wordt. In het begin zal je remmen als een schrikreactie. Op den duur zal je leren meer beheerst te reageren. Je remt dan net genoeg om niet achterover te vallen, maar niet zoveel dat je voorwiel helemaal terugvalt, wat dan het einde van je wheelie is.

Test je achterrem voorafgaand aan een wheelie. Ik probeer altijd eerst even of het achterwiel gemakkelijk blokkeert (slipt). Bij twijfel geen wheelie doen (ook niet voorzichtig/een beetje), maar eerst zorgen dat de rem 100% in orde is. De enige keren dat ik hard achterovergevallen ben, is geweest door problemen met de achterrem, zoals vervuilde of niet goed ingeremde blokjes.

Nooduitgang

Als ondanks remmen de fiets toch onvermijdelijk de verkeerde kant op kantelt, probeer dan gewoon van het zadel te glijden. Met een beetje geluk kom je op twee benen achter de fiets te staan, met het voorwiel omhoog en het het stuur in je handen. Als je dit een paar keer geoefend hebt, word je vanzelf veel minder bang om te vallen, en zul je meer het randje op durven zoeken, wat onontbeerlijk is om goed een wheelie te kunnen rijden.

Als je zadel heel laag staat hoef je er misschien niet eens af te glijden. Steun gewoon met een of twee voeten op de grond, en dit is waarschijnlijk voldoende om te voorkomen dat de fiets verder kantelt.

Plaats

In het allereerste begin kun je op gras oefenen, dan val je veel zachter. Maar gras is hobbelig en daarom is asfalt beter. Voor de meeste mensen is een weg die licht oploopt het beste. Probeer uit welke hellingshoek voor jou het beste werkt (dit kan met de tijd veranderen). Na een tijdje, als je de slag te pakken hebt, ga dan ook op vlakke wegen en licht aflopende oefenen. Hierdoor zal je algemene vaardigheid nog verder toenemen.

In het begin vind je het waarschijnlijk prettiger als je kunt oefenen zonder pottekijkers, want niemand vindt het leuk om een modderfiguur te slaan. Mijn ervaring is dat de aanwezigheid van publiek twee kanten op kan werken. Of je doet het slechter omdat je zenuwachtig wordt. Of je presteert juist beter, omdat je meer op scherp staat. Trouwens, je zult aanmoedigingen en complimenten van voorbijgangers krijgen, die je dan vooral in je zak moet steken, maar helaas gaan die ongeveer gelijk op met de lullige opmerkingen die je ook kan verwachten. Maar zet je indien nodig snel over je schroom heen, want als je je van niemand iets aantrekt, dan kun je veel vaker oefenen, en hoe meer je oefent, hoe sneller je leert.

Wind

Zijwind is zeer hinderlijk als je een wheelie probeert te rijden. De oorzaak is dat er maar één contactpunt met de grond is en de fiets daarom als een windwijzer naar de wind wil staan. Zolang je nog niet zo bedreven bent is het al heel moeilijk een lange wheelie te rijden met windkracht 3 (Beaufort), en vanaf windkracht 4 is het echt niet leuk meer. Maar ook bij windkracht 2 gaat het al merkbaar lastiger dan 1. Vaak heb je niet eens door dat het door de wind komt dat het minder goed gaat. Als ik naar het weerbericht kijk, dan let ik altijd ook op de windvoorspelling. Die zeldzame dagen dat er bijna geen wind is, zijn heerlijk om te wheeliën en daar probeer ik altijd van te profiteren. Als het toch waait, zoek dan een windstil plekje bijvoorbeeld tussen twee hellingen. Of een plein waar je de rijrichting zelf kan kiezen. Rugwind merk je meestal nauwelijks. Tegenwind kan zelfs prettig zijn, omdat het wat opwaartse druk geeft, een soort bedje van wind waar de fiets op leunt. Trouwens, ook bij stevige wind zijn er altijd momenten dat het tussendoor even rustig is, dus oefenen kan bijna altijd. Als je behendiger wordt, kun je steeds beter omgaan met de wind, en is het juist en goeie oefening als het een keer lekker waait.

Fiets

Als het wheeliën niet lukt, geef dan niet de fiets te snel de schuld. Het is veel aannemelijker dat het aan jezelf ligt: je moet gewoon nog wat meer oefenen. En zou het niet eeuwig zonde zijn als je op de verkeerde gronden dan juist stopt met oefenen?

De fiets waar je het beste op kan wheeliën is waarschijnlijk de fiets die je het beste gewend bent. Een open deur, maar daarom niet minder waar. Omdat gewenning zo'n belangrijke rol speelt, is het heel lastig te beoordelen welke kenmerken een fiets meer of minder geschikt maken. Geef daarom een nieuwe fiets of onderdelen altijd wat tijd.

Ook is het niet altijd zo dat een fiets die theoretisch een streepje voor zou moeten hebben, ook daadwerkelijk beter bevalt. Zo heb ik een tijdje een dirtbike geprobeerd. Door de korte chainstay kantelde die heel gemakkelijk. Maar waar ik vooral op gehoopt had, was grotere stabiliteit door het lagere zwaartepunt. Maar ik kan niet zeggen dat ik dat voordeel (destijds) duidelijk geproefd heb.

Mountainbike

Een gewone mountainbike voldoet goed. Je kan natuurlijk net als Peter Sagan een wheelie rijden op een racefiets. En op bijna iedere middelbare school is wel een jongen te vinden die het op een gewone herenfiets kan, soms met alleen terugtraprem (sic! niet aanbevolen). Maar deze opties liggen minder voor de hand.

Vering

Achtervering is niet bevorderlijk, omdat het een moeilijk voorspelbaar element in de fiets brengt. Voorvering is wel handig. Je kunt de terugvering gebruiken om te helpen het voorwiel omhoog te krijgen. En het geeft comfort bij het terugvallen (het kan best belastend voor je polsen zijn als je veel oefent). Heb je een starre voorvork, laat dan wat lucht uit de banden lopen tot ze goed "bouncy" aanvoelen.

Geometrie

Theoretisch ben je met een kleinere fiets in het voordeel. Dit geldt voor framemaat, wielmaat, chainstay en stuurpen lengte. Alles helpt wat je een lager zwaartepunt geeft, en wat het gemakkelijker maakt dit naar achter te verleggen. Maar het is natuurlijk ook weer niet de bedoeling dat je knieën het stuur raken. Ook hoeft het niet noodzakelijk zo te zijn dan een kleinere fiets jou persoonlijk ook daadwerkelijk beter zal bevallen. (Ikzelf wheelie nu wel het beste op een fiets die minstens een maat te klein is.)

Zadel

Zadelhoogte is het belangrijkste punt waar je wat je fiets betreft aandacht aan moet besteden. Er is gewoon een bepaalde hoogte waarop de fiets makkelijker in balans blijft. Zit je daar meer dan een centimeter naast, dan kan het zijn dat je dan al merkbaar harder moet werken om de balans te behouden. (Maar je kan dit mogelijk oplossen door wat verder naar voren of naar achteren op het zadel te gaan zitten.) Als je al wat meer bedreven bent, dan kun je de optimale zadelhoogte heel duidelijk voelen. Maar zolang je nog niet of nauwelijks kunt balanceren, dan is dat natuurlijk heel moeilijk of zelfs onmogelijk. Hou dan de regel aan dat het zadel net onder je handgrepen moet komen, en blijf daarna experimenteren.

Zadelhoogte speelt bij meerdere zaken een rol. Een lager zadel geeft een lager zwaartepunt en dus meer stabiliteit. Bovendien krijg je zo meer ruimte om met je knieën te balanceren. Maar bij een te laag zadel weet je niet meer waar je ze moet laten, en kun je dus ook niet vrij bewegen. Bovendien ligt bij een lager zadel het zwaartepunt minder ver naar achteren (omdat de zitbuis onder een hoek naar achteren staat), waardoor de fiets moeilijker op het achterwiel te krijgen en te houden is. Zoek dus een middenweg.

De beste zadelhoogte hangt ook af van de hellingshoek van de weg. Bij een aflopende weg extra laag. Bij een oplopende weg iets minder laag. Een traploos telescoopzadel ("dropper") is dus heel praktisch. Dit is een zadel waarvan je de hoogte kunt verstellen zonder dat je eerst hoeft af te stappen.

Om een voorbeeld te noemen. Ik ben 180 cm lang. Mijn zadel staat normaal op 74 cm hoogte (gemeten van het hart van de trapas tot het zitvlak). Als ik een wheelie ga rijden laat ik het 7.5 cm tot 10 cm zakken.

Bij een zadel dat op de rails verder naar achteren geschoven wordt, komt je zwaartepunt trouwens ook wat verder naar achter te liggen, waardoor de fiets dan makkelijker naar achteren kantelt. Je kunt (daarnaast) natuurlijk ook gewoon wat verder naar achter op het zadel gaan zitten. Het is misschien even wennen (het voelt alsof je zitbeentjes ieder moment achter van het zadel kunnen glijden), maar je kunt er behoorlijk voordeel van hebben. Je kunt dan je zadel nóg wat lager zetten, waardoor je stabiliteit verder toeneemt.

Wat je verder kan doen is de punt van het zadel meer naar beneden laten wijzen, zodat het zadel beter zit als de fiets in wheelie stand is (maar echt belangrijk is dit overigens niet).

Achternaaf

Als de condities gunstig zijn dan kun je een hele rustige wheelie rijden in een zeer gelijkmatig tempo. In dat geval maakt de kwaliteit van de achternaaf weinig uit. Maar als je veel moet corrigeren dan ga je het verschil merken. Je houdt dan af en toe in door tijdelijk te stoppen met trappen. Als je dan weer begint te trappen dan is het hinderlijk als de krachtoverbrenging naar je achterwiel lang op zich laat wachten. Bovendien is steeds weer onvoorspelbaar hoe lang het loze stuk precies zal zijn, waardoor je correcties minder nauwkeurig worden. Achternaven met meer aangrijpingspunten op het vrijwiel (zeg maar het aantal "tikjes" per rondje) zijn beter. Goeie naven hebben 40 en dat is voldoende. Trial naven hebben zelfs 80 of meer aangrijpingspunten. Die steken toch nog weer merkbaar gunstig af bij goeie standaard naven vind ik. Goedkope naven hebben soms maar 16.

Tandwielen

Welk verzet is het meest geschikt om een wheelie te rijden? Met een grotere snelheid krijg je meer (zijwaartse) stabiliteit en daarbij past een groot verzet. Maar met een te groot verzet wordt de fiets minder responsief. Bovendien kantelt met een klein verzet de fiets veel gemakkelijker. Kortom, je moet een middenweg zoeken. Denk aan iets in de buurt van een zogenaamd "trial verzet". Hierbij rolt de fiets 2,5 meter in 1 volle pedaalslag. Je rijdt met een snelheid die ergens tussen wandelen en gewoon doorfietsen inligt. De benodigde tandwielverhouding hangt af van de wielmaat. Voorbeelden zijn 22:18 en 32:26 bij 26 inch wielen. Als je meedere voorbladen hebt, dan geeft dat meer mogelijkheden om te finetunen. Ben je al wat meer bedreven, dan heb je niet meer dan één voorblad nodig. Maar als je nog aan het leren bent, dan verkleef je misschien te veel met een bepaalde (te lichte) tandwielverhouding. Als de verschillen dan wat kleiner zijn is het gemakkelijker eens een andere combinatie te proberen. Het kan zo helpen voorkomen dat je te lang in een te klein verzet blijft hangen. Het is trouwens handig de beschikbare tandwielverhoudingen in een spreadsheet te zetten.

Bij een wat steiler oplopende helling moet je misschien een wat kleiner verzet kiezen dan je voorkeur heeft bij een vlakke wheelie.

Als je in begin moeite hebt met het kantelen, probeer dan gerust een heel klein verzet. Ook voel je je misschien veiliger bij een lagere snelheid. Er is niets mis mee om met een klein verzet te beginnen. Maar om langere wheelies te rijden moet je uiteindelijk wel naar een groter verzet toe. Stel dit niet te lang uit.

Een manier om te testen of je verzet groot genoeg is: probeer (op twee wielen) met losse handen te fietsen. Wankelt de fiets te veel, dan zal met het gekozen verzet een wheelie waarschijnlijk ook niet lukken.

Achterrem

De achterrem moet zonder meer perfect werken. Het is gevaarlijk een wheelie te proberen als het niet zo is. Je gebruikt de achterrem om de fiets naar voren te laten kantelen. De bedoeling is dat je precies zo hard remt als nodig is, maar niet harder, zodat je de wheelie voort kunt zetten. De benodigde remkracht is meestal heel klein. Het vergt oefening om te leren zo lichtjes te remmen. En de remmen moeten er ook geschikt voor zijn. Hydrolische schijfremmen zijn het beste. Rem met één vinger (je wijsvinger) en monteer de remgreep dienovereenkomstig op passende afstand van je handgreep. Hoef je dus meestal alleen zeer licht te remmen, de rem moet toch ook echt goed kunnen bijten als het wel nodig is. Dit kan je redden je als je de controle verliest en te snel achterover gaat.

Zelf gebruik ik Shimano remmen. Om te wheeliën vind ik Deore, SLX en XT allemaal even geschikt. Feedback via de remgrepen is een vaak genoemd pluspunt van duurdere remmen, maar volgens mij is dit niet echt belangrijk: de feedback waar je op moet letten is toch de feedback die de hele fiets geeft. Dure remgrepen voelen vooral in de werkplaats of showroom beter denk ik: op de fiets merk ik persoonlijk het verschil niet echt.

Pedalen

Rij geen wheelie met klikpedalen, dat is gevaarlijk!

Rijtechniek

Bij het rijden van een wheelie is de eerste stap het naar achteren laten kantelen van de fiets zodat die op het achterwiel komt te rollen. Vervolgens zoek je al trappend en remmend en met je lichaam balancerend een evenwichtspunt, en probeert dat zo lang mogelijk vast te houden.

Kantelen

Je rijdt rustig trappend iets sneller dan stapvoets. Dan laat je de fiets naar achteren kantelen door een gelijktijdige combinatie van drie bewegingen.

Terugveren van de voorvork of de voorband

Eerst oefen je druk uit op de voorkant door je armen te buigen (ellebogen naar buiten) en je bovenlichaam naar het stuur te brengen. Hierdoor drukt de voorvork in. Dit wordt ook wel "preload" genoemd. Vervolgens veert de vork van nature terug: "rebound".

Heb je een starre voorvork, dan kan je je voorband gebruiken. Een dikke band met lage druk werkt het best.

Schouders naar achteren

Op het moment van terugveren breng je gelijktijdig je schouders naar achteren tot je armen (bijna) helemaal gestrekt zijn. Het stuur hou je ondertussen vast en neem je dus mee, terwijl het voorwiel omhoog komt als de fiets kantelt. Hou het stuur niet krampachtig vast, maar zo losjes mogelijk.

Duidelijk? Let op, sommige mensen hebben de neiging deze stap precies verkeerd om uit te voeren. Ze beginnen met gestrekte armen en trekken dan het stuur naar zich toe, waardoor ze eindigen met gebogen armen terwijl de schouders niet ver genoeg naar achteren gebracht zijn. Dat werkt niet, omdat dan weliswaar het voorwiel van de grond komt, maar de lichaamshouding waar ze op uit komen is niet geschikt om de wheelie voort te kunnen zetten.

Misschien is het beter als je het hele idee dat je via het stuur je voorwiel omhoog moet trekken uit je hoofd zet. Het voorwiel komt omhoog omdat de fiets kantelt. De fiets kantelt omdat je het zwaartepunt naar achter verlegt. (En omdat je een stevige trap geeft, zie hieronder.) Het stuur heb je daarbij alleen maar "toevallig" in je handen. Helemaal 100% klopt deze zienswijze niet, maar door zo te denken voorkom je misschien toch dat je de verkeerde accenten legt in je bewegingen.

Een stevige trap

Tegelijk met het naar achteren brengen van je schouders geef je een stevige trap op het pedaal met je dominante voet ("chocolade voet"). (Dit wordt soms "pedalkick" genoemd, maar het is wat anders als de pedalkick bij trials). Zet hem in als je dominante voet op een uur of 1 is. (Als je linksbenig bent, dan noem je dit misschien 11 uur, zoals Hans Rey. De linkervoet trapt dan tegen de klok in, van de niet-aangedreven zijde gezien, als je me nog kunt volgen. Bedoeld wordt in alle gevallen dat je pedaal vlak voorbij het hoogste punt zit, en dus net begonnen is aan de weg naar beneden. Daar kun je de meeste kracht zetten.)

Als je beginsnelheid laag is en je verzet klein, dan is de pedaaltrap alleen ruim voldoende om de fiets te laten kantelen. Je hoeft dan niet of nauwelijks de voorvering te gebruiken. Het naar voren leunen kun je dan matigen. Maar je schouders naar achteren brengen tot je armen gestrekt zijn moet je wel altijd voor de volle 100% uitvoeren, omdat anders de lichaamshouding waar je op uitkomt ongeschikt is om de wheelie voort te kunnen zetten.

Soms hebben mensen moeite met deze eerste stap. Heel veel kracht is er niet voor nodig, kies eventueel een lagere beginsnelheid, een kleiner verzet, of een fiets met een kortere chainstay (bijvoorbeeld een dirtbike). Voor de rest is timing belangrijk. Timing is een kwestie van oefenen.

Balanceren

Eenmaal rollend op het achterwiel moet je de fiets daar zien te houden door een combinatie van trappen, remmen, en balanceren met je lichaam. Een langdurende wheelie rijden is nog moeilijker dan het eruitziet.

Dit komt waarschijnlijk omdat je voor effectief balanceren een beetje ontspannen moet zijn, wat nou eenmaal moeilijk gaat als je de hele tijd achterover dreigt te kiepen. Want een wheelie lukt alleen goed als je voortdurend op de grens van wel of niet achteroverkiepen rijdt. Dit evenwichtspunt wordt de "sweet spot" genoemd, maar in het begin voelt het helemaal niet zo zoet. Het duurt een zekere tijd voordat het gevoel dat je eigenlijk met iets heel hachelijks bezig bent enigszins slijt, waarna je pas goed kunt beginnen met leren beheerst te reageren. Leren je achterrem te vertrouwen is het halve werk van de wheelie leren.

Een ander probleem is dat je zo veel dingen tegelijk moet doen. Zorgen dat je niet achterover kiept of naar voren terugvalt. Zorgen dat je niet naar opzij valt. En je snelheid controleren. Bovendien beïnvloedt alles elkaar, en is je speelruimte niet zo heel groot. Maar niemand heeft gezegd dat wheeliën makkelijk was, toch? Oefening baart kunst.

Trouwens, ook als je meer bedreven bent, zul je merken dat als je niet goed ontspannen bent, dat het dan vaak helemaal niet lukt. Vooral als je een zware dag hebt gehad of zoiets, dan moet je daarvan loskomen. Ga dan eerst een stukje rijden op een mooie trail bijvoorbeeld, of iets anders waar je blij van wordt. Als ik merk dat ik krampachtig op de fiets zit, wat mij dan ook altijd helpt om de goeie mindset te vinden, is met lage snelheid een stukje met losse handen fietsen, met het zadel op wheelie hoogte.

Theorie

Je hoeft eigenlijk helemaal niets te weten of te begrijpen van de natuurkundige/mechanische aspecten van het rijden van wheelies. Je hoeft alleen maar te weten wat je moet doen. En dat kunnen mensen die wheelies beheersen vaak niet eens heel precies onder woorden brengen. Laat staan dat ze het geleerd zouden hebben door erover te lezen ;) Hun lichaam "weet" (voelt) gewoon wat het moet doen, en proberen = leren. Maar als je bent zoals ik, en je komt ergens mee vast te zitten, dan ga je misschien toch meer nadenken over de theoretische kant van het verhaal, en dan is het handig als je een paar handvaten hebt.

Een beetje theorie dus (maar niet te veel, hoop ik dan maar). Het punt waaromheen de fiets kantelt is de as van het achterwiel. Het "zwaartepunt" is een denkbeeldig, statistisch punt dat staat voor waar het gemiddelde van het gewicht van de fiets + rijder zit. In de evenwichtstoestand ligt dit zwaartepunt precies boven het kantelpunt. Maar let op: dat is alleen zo als de snelheid constant is. Het maakt daarbij niet uit hoe groot die snelheid is, alleen telt dat die niet verandert. Bij een versnelling daarentegen ligt het "evenwichtspunt" (als je dit dan nog zo mag noemen tenminste) meer naar voren. Bij een vertraging juist naar achteren. Dit is vanwege hetzelfde effect dat als bij een auto het gaspedaal ingetrapt wordt, je dan tegen de zitting gedrukt wordt. En je omgekeerd bij remmen naar voren gaat. Je kunt je dit ook als volgt voorstellen. Als je sneller gaat trappen, dan probeert je achterwiel je als het ware onderlangs in te halen. Jij gaat als berijder dan dus achterover. Om bij een versnelling het evenwicht te bewaren moeten de fiets en rijder daarom in een stand staan, waarbij die naar voren zouden kantelen als er geen sprake zou zijn geweest van een versnelling.

Bij balanceren gelden verder de volgende principes. Een zwaartepunt dat boven het kantelpunt ligt (wat bij de wheelie het geval is) is naar zijn aard instabiel. Je moet dan dus voortdurend balanceren. Dat doe je door het zwaartepunt steeds te verplaatsten in de tegenovergestelde richting als die waarin je dreigt om te vallen. Dit doe je door je houding te veranderen en/of door te versnellen of te vertragen.

Er geldt: hoe dichter het zwaartepunt bij het kantelpunt ligt, hoe kleiner de instabiliteit. Dit is ook de reden dat je een wheelie met lange armen moet rijden. In plaats van lange armen zou je ook de fiets wat verder naar achteren kunnen laten kantelen om je zwaartepunt toch boven de achteras te krijgen. Maar het komt dan wel een stuk hoger te liggen, wat dus veel instabieler is. Het is ook één van de redenen waarom je je zadel lager moet zetten.

Een ander principe: hoe groter de snelheid hoe groter de stabiliteit naar de zijkanten. Dit effect ken je al van gewoon fietsen op twee wielen. Het is de reden dat de meeste mensen die wel kunnen fietsen zonder zijwieltjes, toch geen "trackstand" kunnen laten zien. Je merkt dit effect ook heel duidelijk als je met losse handen fietst: hoe groter je snelheid, hoe minder je zwabbert. Met de wheelie werkt het precies hetzelfde (maar dus alleen naar de zijkanten). Zie de overwegingen bij de keuze van het verzet.

Lateraal (zijkanten)

Je ziet mensen typisch wheelies rijden met enigszins o-benen, de voeten aan de buitenkant (of zelfs over de rand) van de pedalen. Dat is omdat ze hun knieën naar buiten willen steken, om optimaal te kunnen balanceren. Het is hetzelfde principe als koordansers die een stok gebruiken. De zijwaartse stabiliteit komt bij de wheelie hoofdzakelijk uit de benen. Steek je knieën voortdurend meer of minder naar buiten terwijl je door blijft trappen. Om dit goed te kunnen doen moet je niet krampachtig trappen, maar zo soepel mogelijk. Denk aan "slappe knieën" of "elastieke benen". Je kunt dit oefenen door (op twee wielen) met twee losse handen te fietsen. Gebruik je armen dan niet om te balanceren.

Je kunt ook het stuur draaien. Stuur in de richting die je op wilt vallen. Maar dit is meer een noodgreep die je normaal gesproken beter kunt laten. Alleen bij zijwind vind ik het wel handig. Hetzelfde geldt voor met je bovenlichaam scheef hangen.

Voor en achter

Om te voorkomen dat je voor- of achterover valt kun je iets verder naar achteren of naar voren leunen. Maar veel speelruimte geeft dit niet. Het meeste bereik je met trappen en remmen. (Wat dat betreft is een manual echt anders: daar gebruik je primair je heupen.)

Als je terug naar voren dreigt te vallen moet je iets sneller gaan trappen. Maar let op: je moet dit doen in die mate dat je binnen afzienbare tijd weer achterover dreigt te vallen. Doe je dit niet, dan blijf je accelereren net zolang tot je het niet meer bij kunt benen, en dan is je wheelie afgelopen. Als je naar achteren dreigt te vallen moet je stoppen met trappen en/of remmen. Meestal hoef je alleen maar een heel klein beetje te remmen. Rem je te veel, dan valt je voorwiel helemaal terug en is de wheelie afgelopen.

Je kunt trouwens de wheelie met slepende rem rijden, waarbij je de hele tijd de remkracht varieert. Een slepende rem geeft een rustiger wheelie, en is qua effect enigszins vergelijkbaar met een oplopende weg. De kans bestaat wel dat je geneigd bent té veel te remmen. Mijn wheelies vielen eerst altijd stil hierdoor. Ook is het lastig de benen soepel te houden, wat nodig is om op de zijwaartse schommelingen te reageren. Zelf kreeg ik pas na lange tijd succes met de slepende rem. Nu gebruik ik het bijna altijd.

Tempo controleren

Als je niet naar opzij, en niet naar achteren, en niet naar voren valt, dan is je wheelie nog niet noodzakelijkerwijs duurzaam. Je moet ook je tempo controleren. Alle beginners ervaren het probleem van acceleratie. Zelf heb ik ook lang geworsteld met stilvallen. Hoe controleer je het tempo van je wheelie? Dit is een thema dat in tutorials vaak niet of nauwelijks behandeld wordt, maar dat onontbeerlijk is voor het rijden van een langdurende wheelie.

Om even terug te komen op de basisprincipes: door sneller te gaan trappen en dus je snelheid te vergroten (accelereren), kantel je naar achteren; door in te houden of te remmen, dus snelheid te minderen, ga je naar voren.

Ga je steeds sneller?

Veel beginners accelereren ongewild omdat ze hun zwaartepunt niet genoeg naar achter leggen, uit voorzichtigheid meestal, omdat ze bang zijn dat ze dan achterover vallen. Ze bestrijden het naar voren vallen daarom liever door hun snelheid steeds verder op te voeren. Maar dit werkt maar voor een beperkte duur, namelijk tot een nog grotere snelheid niet meer bijgebeend kan worden. Dus onthoud: ga je steeds sneller, dan hang je niet genoeg naar achteren.

De tempo paradox

Bedenk wat het bovenstaande betekent als je juist je snelheid op wílt voeren? Als je een perfect evenwicht hebt, dan zou het opvoeren van je snelheid betekenen dat dit verstoord raakt (je gaat te ver naar achteren). Om de gewenste snelheidsvermeerdering mogelijk te maken moet je dus eerst wat naar voren kantelen. Dit doe je door wat in te houden of zelfs iets te remmen. Zie je de paradox? Eerst langzamer gaan om daarna sneller te kunnen gaan.

Omgekeerd, als je je snelheid wilt verkleinen door te remmen, dan moet je eerst iets verder naar achteren kantelen. Dit kun je doen door je armen nog verder te strekken, of je kunt een extra stevige pedaalslag geven om te komen waar je zijn moet. Dit verklaart trouwens ook hoe het kan dat mensen die bergaf een manual rijden hun voorwiel soms extreem ver omhoog steken. Ze doen dit om hun evenwicht te bewaren terwijl ze remmen om de snelheid eruit te halen. Ook kun je motorrijders soms bijna helemaal rechtop zien staan als ze hun wheelie even tijdelijk stilleggen. Op de fiets bestaat dit effect ook, zij het minder extreem vanwege de lagere snelheid. Probeer het maar.

Het tempo van je wheelie controleren is niet eenvoudig, maar als je dit eenmaal onder de knie hebt zul je ervaren hoe leuk dit is.

Tips voor langdurende wheelies

Als je eenmaal de techniek redelijk beheerst, inclusief het controleren van het tempo, dan wil je natuurlijk ook echt langdurende wheelies rijden. Lang is, laten we zeggen, meer dan 50 meter. Of nog veel langer... Hier is een (saai) P.O.V. filmpje waarin ik een plusminus 500 meter lange wheelie rij, maar er zijn zat mensen die nog veel verder komen.

Relax

Heel belangrijk: ontspan je (maar verlies je concentratie niet). Probeer je opwinding niet te doen toenemen met elke meter extra die je aflegt. Hou je adem niet in, maar adem rustig. Kijk ver voor je uit. Sommige mensen kijken naar de horizon. Probeer uit wat voor jou het beste werkt. Windstille dagen zijn het beste om op zoek te gaan naar de juiste mentale houding.

Meters maken

Als je uiteindelijk de juiste techniek en mentale houding hebt gevonden om lange wheelies te kunnen rijden, dan zul je misschien merken dat je wheelies toch eindig blijven omdat vermoeidheid optreedt en je dan slordig wordt. Gewoon blijven oefenen, dan zul je steeds verder komen.

Verbeter je techniek

Een flauwe bocht of bijvoorbeeld een licht aflopende weg moet zeker geen probleem zijn. Alles wat je verder beheerst, zoals scherpe bochten, wisselende hellingshoeken, drempels en wind, helpt natuurlijk om je wheelies nog langer te kunnen maken.

Geavanceerd

Bochten

Bochten wheeliën is echt magisch vind ik. Voor een flauwe bocht hoef je eigenlijk geen andere techniek te gebruiken dan die je ook al gebruikt om in een rechte lijn te rijden: kijk gewoon waar je naar toe wilt, en de fiets volgt "vanzelf". Een lange bocht waar je veel ruimte voor hebt kun je op die manier in stukken knippen door steeds je focus bewust een stukje verder naar opzij te verleggen. Maar voor scherpere bochten werkt dit niet. Je moet daarvoor scheef gaan hangen, naar de kant die je uit wilt. Het lastigste van bochten rijden is goed uit de bocht komen om daarna je weg te kunnen vervolgen. Een goeie test om te kijken of je bochten goed beheerst is proberen een 8 te rijden, bijvoorbeeld op een plein. Verder dan een 6 of een S ben ik zelf nog niet gekomen.

Hellingshoeken

Om op een aflopende weg te wheeliën moet je extra ver naar achteren hangen. Ook moet je meer remmen. Wisselingen in hellingshoek moet je bij voorkeur aan zien komen, zodat je op tijd kan reageren. Dit is ook weer echt kicken als het lukt.

Drempels

Dit beheers ik zelf nog niet zo goed, dus laat ik daar maar niet te veel over zeggen, anders ga ik nog uit mijn nek kletsen.

Schakelen

Schakelen terwijl je aan het wheeliën bent is eigenlijk helemaal niet moeilijk. Als je nog niet zo bedreven bent, dan raak je misschien snel van slag als aan iets anders probeert te denken zoals schakelen. Maar ben je eenmaal voldoende vertrouwd, dan zul je zien dat het niks bijzonders is. Alleen bij naar een kleiner verzet schakelen moet je een beetje oppassen dat je de fiets niet per ongeluk achterover trapt. Dat geldt tenminste voor het schakelen naar een ander tandwiel achter. Met schakelen naar een ander voorblad heb ik persoonlijk geen ervaring, het zou kunnen dat dat moeilijker is.

Het nut van schakelen bij het wheeliën is dat je een passend beentempo kunt kiezen (net als bij gewoon fietsen dus). Het helpt niet als zodanig om je rijtempo te kunnen controleren. Het is handig als je kunt schakelen als de hellingshoek wisselt. Of bijvoorbeeld als je in een groep rijdt die van snelheid verandert.

Links

Tutorial video's

Filmpjes zijn zeer nuttig als je de wheelie wilt leren. Kijk de kunst af en probeer het daarna zelf. Maak een filmpje van jezelf en vergelijk... En probeer het dan opnieuw.

Meer online tutorials

Andere links

Mensen

Filmpjes van mij

Over deze webpagina

Auteur

Harmen van der Wal

E-mail

Vragen of opmerkingen?

URL

http://harmen.vanderwal.eu/wheelie/

Datum

24 november 2015 - 25 januari 2019.

Versie

1.9.5